Na een langdurige oorlog en twee mislukte aanslagen op zijn leven liet de Qin koning Zheng zich in 221 voor Christus uitroepen tot Shi Huangdi, de eerste keizer van China. Om zijn enorme rijk bijeen te houden zag hij zich echter genoodzaakt soms naar wrede maatregelen te grijpen. Zo kwamen er honderdduizenden arbeiders om het leven bij de bouw van de Chinese Muur en liet hij iedereen die meegewerkt had aan zijn Terracottaleger ter dood brengen.
Zhao Zheng werd geboren op 18 februari 259 v. Chr. als de zoon koning Zhuangxiang en een concubine die toebehoorde aan het hof van de handelaar Lü Buwei. Na het overlijden van zijn vader werd hij op dertienjarige leeftijd uitgeroepen tot de nieuwe heerser van het koninkrijk Qin, dat op dat moment in oorlog verkeerde met de coalitie van de ‘Strijdende Staten’. Om hem bij te staan in deze moeilijke tijd werd Lü Buwei aangesteld als zijn voornaamste raadsheer. Die bleek echter oog te hebben voor meer dan alleen het landsbestuur en begon een relatie met Zheng’s moeder, Zhào Jī.
Staatsgreep
Naarmate Zheng ouder werd, begon Buwei echter te vrezen dat zijn affaire met Zhào ontdekt zou worden, en dus beëindigde hij de relatie. Hij stelde haar vervolgens voor aan de edelman Lao Ai, met wie Zhào in het geheim twee zonen kreeg. Buwei besloot hiervan gebruik te maken door in 238 v. Chr. een staatsgreep te organiseren en één van de twee geheime zoons op de troon te plaatsen terwijl de koning aan het front was. Het grootste gedeelte van het leger bleef echter loyaal aan Zheng en de coup mislukte.
Meedogenloos
Bij zijn terugkeer aan het hof was de koning vervolgens meedogenloos. Lao Ai’s geheime zoons werden beiden om het leven gebracht, evenals alle familieleden van Lao Ai tot in de derde graad. Vervolgens zag Zheng er persoonlijk op toe dat de amoureuze edelman uit elkaar getrokken werd door vijf aangespannen paarden. Zijn moeder, Zhào Jī, kreeg ondertussen levenslang huisarrest. Lü Buwei besloot daarop zijn straf niet langer af te wachten en pleegde zelfmoord door het drinken van een gifbeker.
Aanslagen
Zheng stond ondertussen op het punt om ook de oorlog tegen de ‘Strijdende Staten’ te winnen, waardoor zijn tegenstanders naar andere maatregelen grepen. Zo stuurde de heerser van Yan in 227 v. Chr. de huurmoordenaar Jing Ke naar Qin, maar Zheng wist hem eigenhandig te doden. Enige tijd later kreeg de koning vervolgens bezoek van de beroemde fluitspeler Gao Jianli, een bekende vriend van Jing Ke.
Zheng realiseerde zich dat hij een groot risico nam, maar kon het niet over zijn hart verkrijgen om een groot musicus als Jianli te doden. Wel liet hij uit voorzorg diens ogen uitsteken, om hem vervolgens opdracht te geven een liedje te spelen. Jianli gehoorzaamde in eerste instantie, maar probeerde later toch Zheng van het leven te beroven door naar hem uit te halen met het vergiftigde uiteinde van zijn fluit. De koning wist de aanval echter af te slaan, en Jianli werd alsnog ter dood gebracht.
Keizer van China
In korte tijd veroverden de Qin legers vervolgens de staten Han (230 v. Chr.), Zhao (228 v. Chr.), Yan (226 v. Chr.), Wei (225 v. Chr.), Chu (223 v. Chr.) en Yi (221 v. Chr.) en groeide Zheng uit tot de alleenheerser van China. Om deze nieuwe positie kracht bij te zetten eigende hij zichzelf in 221 v. Chr. de titel Shi Huangdi (Eerste Keizer) toe. De rest van zijn regeerperiode wijdde hij vervolgens aan het verenigen van zijn rijk en het versterken van zijn positie.
Zo liet Huangdi veel oude filosofische geschriften verbranden en verving hij deze met zijn eigen systeem van het legalisme, dat inhield dat men zich strikt aan de wetten moest houden, of anders streng gestraft zou worden. Verder standaardiseerde hij alle meeteenheden, investeerde hij in de aanleg van nieuwe wegen en kanalen en begon hij aan de bouw van de Grote Muur, die het nieuwe keizerrijk moest beschermen tegen invallen van buitenaf.
Onsterfelijk
Na nog een mislukte aanslag op zijn leven ontwikkelde Huangdi in zijn latere jaren een grote angst voor de dood. Hij gaf daarom alle wetenschappers en alchemisten in zijn rijk opdracht een middel te ontwikkelen dat hem onsterfelijk zou maken. Toen zij hier niet in slaagden, besloot de keizer zijn dienaar Xu Fu rond 218 v. Chr. op pad te sturen met een schip en drieduizend maagdelijke jongens en meisjes in een tevergeefse zoektocht naar het levenselixer. Huangdi stierf uiteindelijk op reis in Oost-China in 210 v. Chr., vermoedelijk nadat hij een aantal giftige kwikpillen had geslikt waarvan hem verzekerd was dat ze hem onsterfelijk zouden maken.
Vissenkar
De hoogste ambtenaar, Li Si, vreesde dat het nieuws van de dood van Huangdi grootschalige opstanden in het rijk zou veroorzaken. Dit werd nog verergerd door het feit dat de hele keizerlijke entourage zich op twee maanden reizen van de hoofdstad bevond. Het was van groot belang dat de dood van de keizer tijdens de rest van de reis geheim zou blijven. Li Si gaf daarom opdracht de keizerlijke draagstoel te blinderen en ging persoonlijk iedere dag naar binnen om de kleding van de overleden Huangdi te vervangen. Om de stank van het rottende lichaam te verbergen liet hij de draagstoel bovendien flankeren door twee karren met vis.
Li Si’s ingenieuze oplossing bleek echter vergeefs, want toen het nieuws twee maanden later bekend werd gemaakt kwam de Qin dynastie alsnog ten val. Na vijf jaar van oorlog en onrust zou de Han dynastie vervolgens als opvolger naar voren komen.